het kreupelhout zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'krøpəlhɑut ] Afbreekpatroon: kreu·pel·hout lage begroeiing met bomen en struiken Voorbeeld: 'je een weg banen door het dichte kreupelhout' Synoniemen: begroeiing breuk knak kreupelbos scheur struikgewas 
1) Hakbos 2) Biotoop 3) Gagel 4) Begroeiing 5) Laag geboomte 6) Breuk 7) Laag houtgewas 8) Slaghout 9) Kreupelbos 10) Schaarbos 11) Heesterhout 12) Strubben 13) Struikgewas 14) Struikhout 15) Eikenhakhout 
laag gewas met dooreengegroeide takken
laag struikgewas (toon de herkomst via de etymologiebank)
lage boompjes met dunne, verwarde takken vb: de bal was in het kreupelhout gerold
'Kreupelhout' is vegetatie die gedomineerd wordt door laagblijvende houtige gewassen. Hierbij kan het gaan om een vegetatie die bestaat uit enkel struiken, om de struiklaag als deel van de ondergroei in een bos, of om door bomen gevormd hakhout dat door de mens regelmatig wordt geoogst zodat zich geen noemenswaardige stam kan ontwikkelen.
laag gewas met dooreengegroeide takken