Gebruikt voor een broer of zus van iemand met een handicap.
brus zelfst.naamw. Verbuigingen: brussen (meerv.) Verbuigingen: brusje (verkleinwoord) een ander kind van dezelfde ouders Voorbeeld: 'Ik heb drie brussen.' . 3 definities
[mantelzorg] - Een brus (een porte-manteauwoord van broer/zus) is een broer of zus van iemand die zorg nodig heeft vanwege een chronische ziekte, verstandelijke beperking, lichamelijke handicap of ernstige psychische aandoening. De term wordt vooral gebruikt voor kinderen. Een lid van het gezin dat zorg nodig heeft beïnvloe...
[Vergeten woorden] (m.) struikgewas, kreupelhout, heester [= Noors brusk]
(Vlaams) onderste deel van kreupelhout