kwetsen werkw. Uitspraak: [ ˈkwɛtsə(n) ] Afbreekpatroon: kwet·sen Vervoegingen: kwetste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekwetst (volt.deelw.) iets zeggen dat iemand pijnlijk vindt Voorbeeld: 'Met zijn beledigende opmerking heeft hij me diep gekwetst.' Synoniem: grieven Synoniemen: beledigen beschadigen bezeren blesseren grieven...
1) Aanschieten 2) Beledigen 3) Benadelen 4) Beschadigen 5) Bezeren 6) Blesseren 7) Blutsen 8) Bruuskeren 9) Deren 10) Ergeren 11) Froisseren 12) Grieven 13) Iemands gevoelens treffen 14) Kneuzen 15) Kneuzen van vruchten 16) Krenken 17) Kwellen 18) Leed doen 19) Leed en verdriet aandoen 20) Letsel toebrengen 1) Beledigen 2) Beschadigen 3) Bezeren 4) Blesseren 5) Blutsen 6) Bruuskeren 7) Bruuskeren 8) Deren 9) Ergeren 10) Grieven 11) Hemelen 12) Kneuzen 13) Krenken 14) Kwellen 15) Ontheiligen 16) Ontwijden 17) Puikelen 18) Pijnigen 19) Schaden 20) Schenden 21) Smaden 22) Tergen 23) Toetakelen 24) Toucheren 
bezeren, beledigen (toon de herkomst via de etymologiebank)
iets zeggen of doen waardoor je iemand pijn doet of boos maakt vb: Wanda was gekwetst omdat ik niet met haar mee wilde Synoniemen: beledigen krenken
•beschadigen, schaden. •beledigen, schofferen.
beschadigen; bezeren
beschadigen, bezeren