loochenen werkw. Uitspraak: [ 'loxənə(n) ] Afbreekpatroon: loo·che·nen Vervoegingen: loochende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geloochend (volt.deelw.) (van iets) beweren dat het niet waar is Voorbeeld: 'een historisch feit dat niet te loochenen valt' Synoniem: ontkennen Synoniemen: herroepen logenstraffen miskennen ontkennen ve... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/loochenen
zeggen dat het niet zo is vb: hij loochent het bestaan van God dat valt niet te loochenen! [dat moet je wel toegeven] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=loochenen
verlaten, opgeven - Voorbeeld: ‘Na de mis deden zij hun gewone ronde in de herbergen - geen van beiden, de dokter noch Koornaert, wilden hun weg loochenen, maar ze ontvluchtten elkaar, bleven opzettelijk op afstand’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php