
loopen werkw. Afbreekpatroon: 'loo - pen Herkomst: «Engels Vervoegingen: loopte (verl.tijd ) Vervoegingen: geloopt (volt.deelw.)
het maken van een looping (met bijv. een vliegtuig of een knikkerbaan) Voorbeeld: 'loopen met zweefvliegtuig '
Gevonden op
https://woorden.org/woord/loopen
Let op: Spelling van 1858 eene koornmaat, waarvan er 36 een last maken, voorheen in sommige oorden van ons Vaderland in gebruik
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 er loopt veel spikkel in het dek: is sterk gespikkeld.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742
Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 het loopen van de zaag, de afgeschreven lijn niet volgen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742
Geen exacte overeenkomst gevonden.