nadoen werkw. Uitspraak: [ ˈnadun ] Afbreekpatroon: na·doen Vervoegingen: deed na (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft nagedaan (volt.deelw.) net zo doen als (iemand anders) Voorbeelden: 'iemand nadoen om anderen aan het lachen te maken' , 'Ze denken dat ze origineel zijn, maar ze doen elkaar allemaal na.' Antoniem: voordoen Synoniem: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/nadoen