niet te voorzien, niet te (be)grijpen - Voorbeeld: ‘Moe van uit te staren, keek hij naar niets meer, schouwde binnenwaarts, aangedaan dat hij was door de begeerte naar iets onvatbaars, door 't verlangen naar iets dat hij niet noemen kon, maar heel zijn wezen met een gevoel van stille weedom en zachte wellust vervulde’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php