
opdrinken werkw. Uitspraak: [ 'ɔbdrɪŋkə(n) ] Afbreekpatroon: op·drin·ken Vervoegingen: dronk op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgedronken (volt.deelw.)
(een vloeistof) in je mond nemen en doorslikken Voorbeeld: 'Heb je alles opgedronken?' Synoniemen: ledigen leegdrinken leegmaken opslorpen uitdrinken ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/opdrinken

1) Oplebberen 2) Leegmaken 3) Leegdrinken 4) Ledigen 5) Drank nuttigen 6) Kraken 7) Uitdrinken 8) Uitlebberen 9) Opslorpen 10) Opzuipen 11) Innemen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opdrinken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.