
ophangen werkw. Uitspraak: [ ˈɔphɑŋə(n) ] Afbreekpatroon: op·han·gen Vervoegingen: hing op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgehangen (volt.deelw.) 1) een telefoongesprek beëindigen telecommunicatie Voorbeeld: 'Ik hang op, want mijn beltegoed is bijna op.' 2) op een bepaalde hoogte vastmaken
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/ophangen

1) Afkondigen 2) Bedekken 3) Behangen 4) Beschikken 5) Bevestigen 6) Een telefoongesprek beëindigen 7) Gelasten 8) Ophanging 9) Opknopen 10) Telefoon neerleggen 11) Vastleggen op 12) Verhangen 13) Weghangen 14) Wielophanging
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ophangen/1
aan een punt boven de grond vastmaken vb: hij heeft het schilderij keurig opgehangen
Synoniem: hangen
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ophangen

•iets in een hangende positie bevestigen. •een telefoongesprek beëindigen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/ophangen

1.in de hoogte hangen (VD A 1), over iets hangen (DB, VD A 6) Voorbeeld: ‘
Dan kwam ze vuur steken in de heerd, hing de ketel met geiteneten op’ Voorbeeld: ‘
Hij hielp haar de sluier ophangen’ (ibid. 115) 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘
iemand iets ophangen’: wijsmaken, doen geloven (DB, Te, VD A 6) Voorbeeld: ‘
Ja, ge heb...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.