
opjagen werkw. Uitspraak: [ ˈɔpjaxə(n) ] Afbreekpatroon: op·ja·gen Vervoegingen: joeg op, jaagde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgejaagd (volt.deelw.)
aansporen tot sneller doen of gaan Synoniem: opjutten Synoniemen: aandrijven aanzetten achtervolgen drijven jachten opdrijven ophitsen opjutten voortdrijven voortjagen Spree...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opjagen

1) Aandrijven 2) Aanhitsen 3) Aansporen 4) Aansporen tot snelheid 5) Aanzetten 6) Achternazitten 7) Achtervolgen 8) Drijven 9) Jachten 10) Nerveus maken 11) Opdrijven 12) Opheuen 13) Ophitsen 14) Opjutten 15) Opzetten 16) Opzwepen 17) Pressen 18) Prikkelen 19) Tot grote spoed manen 20) Tot overmatige spoed aanzetten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opjagen/1

1) Aandrijven 2) Achternazitten 3) Drijven 4) Jachten 5) Jakkeren 6) Opdrijven 7) Ophitsen 8) Opjutten 9) Opzetten 10) Opzwepen 11) Pressen 12) Voortdrijven 13) Voortjagen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opjagen/1
hem tot haast aanzetten en daardoor zenuwachtig maken vb: hij wordt op zijn werd voortdurend opgejaagd
Synoniem: opjutten
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=opjagen

•uit zijn schuilplaats verdrijven. (+audio)
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/opjagen

zich zo haasten dat men er zenuwachtig van wordt - Voorbeeld: ‘
Kom, vertel maar, ik luister, maar ge moet u niet opjagen, niet denken dat alles verloren is’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.