
opruien werkw. Uitspraak: [ 'ɔprœyjə(n) ] Afbreekpatroon: op·rui·en Vervoegingen: ruide op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeruid (volt.deelw.)
kwaad en opgewonden maken Voorbeelden: 'de bevolking tegen de staat opruien' , 'opruiende taal' , 'opruiende teksten verspreiden' Synoniem: ophitsen Synoniemen: aanstoken aanwakkeren ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opruien

1) Aandrijven 2) Aanhitsen 3) Aansporen 4) Aanstoken 5) Aanwakkeren 6) Aanzetten 7) Agiteren 8) Gehits 9) Hitsen 10) Inciteren 11) Onrust verwekken 12) Opfokken 13) Ophitsen 14) Opjutten 15) Opstoken 16) Opwekken 17) Opwinden 18) Poken 19) Schudden 20) Stoken 21) Wroeten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opruien/1

1) Aandrijven 2) Aanhitsen 3) Aanstoken 4) Aanwakkeren 5) Aanzetten 6) Agiteren 7) Hitsen 8) Opfokken 9) Ophitsen 10) Opjutten 11) Opstoken 12) Opwekken 13) Opwinden 14) Poken 15) Prikkelen 16) Schudden 17) Stoken 18) Wroeten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opruien/1

ophitsen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/opruien

ophitsen
Jaar van herkomst: 1551-1600 (Claes )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.