oreren werkw. Afbreekpatroon: ore·ren Verbuigingen: oreerde Vervoegingen: georeerd (volt.deelw.) 1) druk en met overdreven hoogdravendheid praten Voorbeeld: 'Hij oreerde nog uren door, maar veel inhoud viel er niet in te bespeuren.' 2) een toespraak houden . Synoniemen: betogen declameren 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/oreren