1.kier, spleet Voorbeeld: ‘Hij opende het deurken! Niet heel en gans, met een klein pierken eerst, dan nog wat’ (Dorpsgeheimen - Geurts III 96) 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘iets in de piere houden’: in 't oog hebben, acht geven op Voorbeeld: ‘Met een schuwe blik bezijds, hield hij het spel in de piere, doch gebaarde zich onwete... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php