het radiotoestel zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'radijotustɛl ] Afbreekpatroon: ra·dio·toe·stel Verbuigingen: radiotoestellen (meerv.) apparaat waarmee je naar de radio luistert Voorbeeld: 'Met de digitale alles-in-een-paketten heb je geen apart radiotoestel meer nodig.' Synoniemen: radio 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/radiotoestel