rafelen werkw. Uitspraak: [ ˈrafələ(n) ] Afbreekpatroon: ra·fe·len Vervoegingen: rafelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gerafeld (volt.deelw.) (van textiel) draden loslaten Voorbeeld: 'Het kleed is zo oud dat het aan de randen begint te rafelen.' Synoniemen: pluizen 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rafelen
1.losmaken (VD) Voorbeeld: ‘Daarna ging het wijvetje aan 't verstellen 't stoppen van versleten kleergoed, brol en gaatte kousen en sokken - die berg zonder einde - aan 't eenbaarlijk herdoen van 't geen de ongedurige knapen met hun zessen te gelijk raveelden, scheurden, vermoosten, rafelden en versleten’ 2.grabbelen, verzamelen (DB) Vo... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php
Het verwijderen van de draad bij verse peulvruchten, ook wel 'afhalen' genoemd (zie aldaar). http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10912