ribose zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ri·bo·se Verbuigingen: ribosen<br>riboses (meerv.) monosacharide (pentose) met formule C< sub> 5< /sub> H< sub> 10< /sub> O< sub> 5< /sub> die van nature voorkomt in sommige nucleïnezuren en als zodanig een bestanddeel is van spieren . 7 definities...
1) Bestanddeel van enzymen 2) Biologisch bestanddeel van enzymen 3) Enkelvoudige suiker 4) Koolhydraten 5) Pentose 6) Suiker in scheikundige zin 7) Suikersoort 
[DNA] een suiker dat in RNA zit i.p.v. de desoxyribose in DNA
ribose Ribose is een monosacharide, meer bepaald een pentose met brutoformule C5H10O5. Ribose is de sacharose in een nucleotide van RNA. Het is eveneens de monosacharidecomponent van ATP.
Een monosacharide met vijf C-atomen per molecuul, bestanddeel van RNA.
(24259-59-4)
Monosacharide met molecuulformule C5H10O5 (zie koolhydraat). De nucleïnezuren DNA en RNA bevatten een ribosegroep.
Enkelvoudige suiker..