ruiken werkw. Uitspraak: [ ˈrœykə(n) ] Afbreekpatroon: rui·ken Vervoegingen: rook (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geroken (volt.deelw.) 1) met je neus waarnemen Dat kan ik toch niet ruiken! (dat kan ik toch niet weten) 2) een bepaalde geur verspreiden Voorbeelden: 'naar kaneel ruiken' , 'Het ruikt hier ee... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ruiken