
ruisen werkw. Uitspraak: [ ˈrœysə(n) ] Afbreekpatroon: rui·sen Vervoegingen: ruiste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geruist (volt.deelw.)
een zacht geluid maken dat niet ophoudt Voorbeelden: 'De wind ruist in de bomen.' , 'een ruisende beek' Synoniemen: brommen mompelen morren mummelen murmelen suizelen suizen zacht ruisen 3 def...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/ruisen

1) Brommen 2) Een zacht dof geluid maken 3) Een zacht geluid maken 4) Geluid van de regen 5) Geluid van de wind 6) Geluid van de zee 7) Geluid van een beek 8) Geluid van een waterval 9) Krauwen 10) Lispelen 11) Mompelen 12) Morren 13) Mummelen 14) Murmelen 15) Popelen 16) Ritselen 17) Ritselend geluid
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ruisen/1

1) Brommen 2) Kabbelen 3) Lispelen 4) Morren 5) Mummelen 6) Murmelen 7) Popelen 8) Ritselen 9) Ruiselen 10) Ruizelen 11) Suizelen 12) Suizen 13) Tuitelen 14) Tuiten 15) Wrijven 16) Zingen 17) Zwatelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ruisen/1

geluid maken door wind, water e.d. (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/ruisen
een zacht, eentonig geluid maken vb: de wind ruist zacht door de bomen
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ruisen

geluid van een stroom maken
Jaar van herkomst: 1285 (CG Rijmb. )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.