de show zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ʃo ] Verbuigingen: shows (meerv.) 1) voorstelling met amusement Voorbeelden: 'showbusiness' , 'tv-show' , 'theatershow' de show stelen (ieders aandacht trekken) 'Het kind stal de show met haar liedje voor de gasten.' 2) keer waarbij iets aan publiek getoond wordt Voorbeelden: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/show
voorstelling met muziek, dans etc. vb: in de show traden dertig artiesten op zij steelt altijd de show [krijgt de meeste aandacht] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=show