de slaperigheid zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: sla·pe·rig·heid 1) het gevoel slaperig te zijn, afwezig zijn met gedachten Voorbeeld: 'De slaperigheid was hem duidelijk aan te zien.' 2) de neiging te gaan slapen Voorbeeld: 'Hij was zijn slaperigheid nauwelijks de baas.' . Synoniemen: lodderigheid slaapdronkenhe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/slaperigheid