de snuit zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ snœyt ] Verbuigingen: snuiten (meerv.) 1) bek en neus van een dier Voorbeelden: 'de snuit van een varken' , 'De hond rook met zijn natte snuit aan mijn broek.' Synoniem: snoet 2) gezicht Voorbeeld: 'een vrolijke snuit' Synoniem: snoet Synoniemen: bakkes bek mond ponum porum s... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/snuit
1) Aangezicht 2) Afval van hennep 3) Afval van vlas 4) Afval van vlas of hennep 5) Bakkes 6) Bek 7) Bek van een muis 8) Deel van een dier 9) Deel van een dierenkop 10) Deel van een dierenlichaam 11) Deel van een hondenkop 12) Dierengezicht 13) Dierenkop 14) Dierlijk lichaamsdeel 15) Gelaat 16) Gelaat van een dier Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Snuit/1
minderwaardige vezels uit de touwfabricage of van reeds gebruikt touw, dat voor het breeuwen gebruikt werd. Zie ook werk. Oorspronkelijk alleen van toepassing op vlas (Hist. Woordenboekn), volgens J. van Beylen later ook voor oud touwerk (van hennep) gebruikt. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=sma#snuit
De snuit is de scherpe kant of rand van een houten lat of een ander stuk hout. Zie ook bij afsnuiten. Verg. arm schaven, arm steken.. Gevonden op https://www.joostdevree.nl/shtmls/snuit.shtml