snuiven werkw. Uitspraak: [ ˈsnœyvə(n) ] Afbreekpatroon: snui·ven Vervoegingen: snoof (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesnoven (volt.deelw.) 1) duidelijk hoorbaar door je neus ademen Voorbeeld: 'De paarden snoven onrustig.' 2) (drugs) innemen via je neus Voorbeeld: 'coke snuiven' Synoniemen: een snuif nem...
1) Briesen 2) Door de neus ademen 3) Geluid van een paard 4) Insnuiven 5) Krachtig door de neus ademen 6) Opsnuiven 7) Proesten 8) Sniffen 9) Snoeven 10) Snuffelen 11) Snuffen 1) Briesen 2) Snuffelen 3) Snuffen 
krachtig door de neus ademen (toon de herkomst via de etymologiebank)
•sterk door de neus inademen. •iest door snuiven in de neus opzuigen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
hoorbaar door de neus ademen
hoorbaar door de neus ademen
[Bargoens, boeventaal] bemerken. Snoof je ’m? (Heb je hem begrepen?)