het spelletje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'spɛləcə ] Afbreekpatroon: spel·le·tje een spelletje (met iemand) spelen ((iemand) oneerlijk behandelen) 'Ik dacht dat hij verliefd op me was, maar ik ben door hem belazerd; hij heeft een spelletje met me gespeeld.' Zie ook: spel Synoniemen: beurt partijtje rondje 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spelletje