stiften werkw. Afbreekpatroon: stif·ten Verbuigingen: stiftte Vervoegingen: gestift (volt.deelw.) 1) inkleuren met een stift Voorbeeld: 'Ik stiftte mijn lippen knalrood.' 2) een bal zacht met een boog (over de keeper) schieten Voorbeeld: 'Bij het nemen van de strafschop stiftte Panenka de bal over de al gedoken keep... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stiften