stortregenen werkw. Uitspraak: [ 'stɔrtrexənə(n) ] Afbreekpatroon: stort·re·ge·nen Vervoegingen: stortregende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestortregend (volt.deelw.) heel hard regenen Voorbeeld: 'We wilden net weggaan toen het begon te stortregenen.' Synoniemen: : hozen, plenzen, gieten, Het heeft kort gestortregend maar n... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stortregenen