teisteren werkw. Uitspraak: [ ˈtɛistərə(n) ] Afbreekpatroon: teis·te·ren Vervoegingen: teisterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geteisterd (volt.deelw.) ernstige schade toebrengen gedurende lange tijd Voorbeelden: 'De storm teisterde de kust.' , 'Het land werd geteisterd door oorlog en hongersnood.' Synoniemen: folteren gesel... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/teisteren