toespreken werkw. Uitspraak: [ ˈtusprekə(n) ] Afbreekpatroon: toe·spre·ken Vervoegingen: sprak toe (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft toegesproken (volt.deelw.) je bij het spreken tot iemand richten Voorbeelden: 'tijdens de bruiloft het bruidspaar toespreken' , 'iemand vermanend/bestraffend toespreken' Synoniem: het woord richten t... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/toespreken