de tollenaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: tol·le·naar (historisch) degene die tolgelden int of laat innen Spreekwoorden en zegswijzen • hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dierbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je) Naar de spreekwoorden 2 definities...
1) Ambternaar van de belastingen 2) Belastingambtenaar 3) Belastinggaarder 4) Belastinginner 5) Beroep 6) Bewaker van een tol 7) Bijbelse belastinggaarder 8) Inner van tolgelden 9) Ontvanger 10) Oud beroep 11) Publikaan 12) Roeier 13) Tolbaas 14) Tolgaarder 1) Belastinggaarder 2) Belastinginner 3) Mattheus 
Iemand die van de Romeinen of van de lokale overheid het recht had gepacht om belasting te heffen.
ambtenaar die belastingen, pacht e.d. inde, vooral ten tijde van Christus in Palestina