uitbetalen werkw. Uitspraak: [ ˈœydbətalə(n) ] Afbreekpatroon: uit·be·ta·len Vervoegingen: betaalde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitbetaald (volt.deelw.) geld geven aan iemand voor iets wat hij of zij heeft gedaan Voorbeeld: 'Overuren worden niet altijd uitbetaald.' Die opleiding betaalt zich altijd uit. (van die oplei... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitbetalen
Belonen met geld of voorzieningen, met name uit een algemeen fonds. Categorie: Functionele activiteiten > economische en financiële functies. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491