uitpersen werkw. Uitspraak: [ ˈœytpɛrsə(n) ] Afbreekpatroon: uit·per·sen Vervoegingen: perste uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeperst (volt.deelw.) 1) sap ergens uit drukken Voorbeeld: 'een sinaasappel uitpersen' 2) zo veel mogelijk voordeel uit iemand halen ten koste van die persoon Voorbeeld: '... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitpersen
1) Afpersen 2) Leeghalen 3) Leegknijpen 4) Ontdoen van sap 5) Pletten 6) Plunderen 7) Sap uit een citroen drukken 8) Sap uit een vrucht drukken 9) Uitbuiten 10) Uitdrukken 11) Uitknijpen 12) Uitnijpen 13) Uitzuigen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitpersen/1