
uitschakelen werkw. Uitspraak: [ 'œytsxakələ(n) ] Afbreekpatroon: uit·scha·ke·len Vervoegingen: geschakelde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeschakeld (volt.deelw.)
zorgen dat (iets of iemand) niet meer functioneert of geen invloed meer heeft Voorbeelden: 'de lamp uitschakelen' , 'je voicemail uitschakelen' , 'een door...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitschakelen

1) Wegwerken 2) Wegzuiveren 3) Uitdoen 4) Uitdraaien 5) Uitmaken 6) Uitrangeren 7) Diskwalificeren 8) Overwinnen 9) Afzetten 10) Elimineren 11) Uitzetten 12) Ontschakelen 13) Gelijkmaken 14) Verslaan 15) Verwijderen 16) Buiten werking stellen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitschakelen/1
Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 een toestel uitschakelen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742
de knop omzetten zodat het niet meer werkt vb: hij schakelde het televisietoestel uit
Synoniemen: uitdoen afzetten uitdraaien uitzetten
Tegenstellingen: aanzetten inschakelen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

Uitschakelen is uitzetten (stroom); machteloos maken (concurrent).
[basiswoordenlijst groep 8]Gevonden op
https://wikikids.nl/Uitschakelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.