de uitstap zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: uit·stap Verbuigingen: uitstappen (meerv.) Verbuigingen: uitstapje (verkleinwoord) 1) ''(meestal verkleinwoord)'' een (meestal korte) reis Voorbeeld: 'Ik maak een uitstapje naar zee vandaag.' 2) het verlaten van een verband of een voertuig Voorbeeld: 'De in opspraak gebr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitstap