
uitstellen werkw. Uitspraak: [ 'œytstɛlə(n) ] Afbreekpatroon: uit·stel·len Vervoegingen: stelde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgesteld (volt.deelw.)
verschuiven naar een later tijdstip Voorbeelden: 'wegens ziekte je vakantie uitstellen' , 'een betaling uitstellen omdat je even krap bij kas zit' Synoniemen: aanhouden af...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitstellen

1) Naar later verschuiven 2) In tijd verschuiven 3) Schorsen 4) Uittrekken 5) Uitstel verlenen 6) Uitkrijgen 7) Schorten 8) Uitdoen 9) Ajourneren 10) Opschorsen 11) Vertragen 12) Transfereren 13) Verschuiven 14) Verlengen 15) Verdagen 16) Rekken 17) Opschuiven 18) Opschorten 19) Verzetten 20) Afdoen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitstellen/1

1.opschorten, verschuiven tot later Voorbeeld: ‘
Om 't even wat ze zei, 't was hem altijd even aangenaam, het zijne hield hij geduldig uitgesteld: later zou er gelegenheid komen om haar heel zijn voorraad te vermonden’ 2.uitstallen Voorbeeld: ‘
Dat stalletje immers was een bezit uit overoude tijd, (...) en van alle heugenis vast aan ...Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php

Een wedstrijd is uitgesteld wanneer niet op de aangekondigde tijd wordt gestart; hij kan op ieder moment dat het wedstrijdcomité dat wenst, worden gezeild.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10827

• [ov] naar een later tijdstip verschuiven. • tweede betekenisomschrijving • enz.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/uitstellen
Geen exacte overeenkomst gevonden.