I verbeelden werkw. Uitspraak: [ vÉ™rˈbeldÉ™(n) ] Afbreekpatroon: ver·beel·den Vervoegingen: verbeeldde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verbeeld (volt.deelw.) beeld vormen van Voorbeeld: 'Dit diagram verbeeldt de jaarlijkse groei.' Synoniemen: : uitbeelden, voorstellen II zich verbeelden reflexief werkw. Uitspraak: [ vÉ™rˈbeldÉ...
1) Vorm geven aan 2) Aanmeten 3) Voorstellen 4) Uitbeelden 5) Vormgeven aan 6) Wanen 7) Indenken 8) Zich inbeelden 9) Dromen 10) Menen 11) Denken 12) Inbeelden 13) Representeren 14) Acteren 15) Fantaseren 16) Schijnbaar 17) Vertolken 18) Verpersonificeren 
Toegankelijk en raadpleegbaar maken van alle informatie in een besluit, zowel in kaart- als in tekstvorm.
het je voorstellen terwijl het niet waar is vb: hij verbeeldt zich dat hij slim is
zich verbeelden, inbeelden