verdienen werkw. Uitspraak: [ vərˈdinə(n) ] Afbreekpatroon: ver·die·nen Vervoegingen: verdiende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verdiend (volt.deelw.) 1) geld krijgen voor werk dat je hebt gedaan Voorbeeld: 'tweeduizend euro netto per maand verdienen' ergens dik aan verdienen (ergens veel winst op maken) geld als water ...
1) Als loon ontvangen 2) Als loon verwerven 3) Bedissen 4) Beuren 5) Inscharen 6) Loon verwerven 7) Mazzelen 8) Meriteren 9) Opvaren 10) Recht hebben op 11) Salaris ontvangen 12) Toekomen 13) Uitdelen 14) Verschulden 15) Verwerven 16) Waard zijn 17) Winnen 1) Beuren 2) Meriteren 3) Overwinnen 4) Toekomen 5) Verwerven 6) Winnen 
ontvangen in ruil voor werk vb: zij verdient 100 gulden per uur
•het recht op een beloning of bestraffing verwerven. •geld verkrijgen door arbeid of een andere prestatie.
winst of loon krijgen; waard zijn te krijgen
[Bargoens, boeventaal] stelen.