vergrijpen werkw. Afbreekpatroon: ver·grij·pen Verbuigingen: vergreep Vervoegingen: vergrepen (volt.deelw.) ''zich vergrijpen aan'': iemands iets onoorbaars of onzedigs aandoen Voorbeeld: 'Hij had zich wel degelijk aan haar vergrepen.' . Synoniemen: overtredingen 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vergrijpen
zich verpraten, zijn mond voorbijpraten - Voorbeeld: ‘Daarenboven waren er enkele kentekenen die lieten vermoeden dat er iets haperde aan hare openhartigheid, iets dat zij op het punt was te vertellen, eensklaps inhield, alsof zij zich vergrepen had’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php