verstuiken werkw. Uitspraak: [ vərˈstœykə(n) ] Afbreekpatroon: ver·stui·ken Vervoegingen: verstuikte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verstuikt (volt.deelw.) (je enkel of voet) beschadigen doordat de banden van het gewricht te veel zijn opgerekt Voorbeeld: 'Hij heeft een verstuikte enkel.' Synoniemen: afzetten ontslaan ontwric... Gevonden op https://woorden.org/woord/verstuiken
door stoten, duwen, vervormen - Voorbeeld: ‘In de stilte, bij zijn trog, beraamde hij zijn boos ontwerp: een volle lepel van het blauw vergif in een brood mengen, dat brood in de oven Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php