verven werkw. Uitspraak: [ 'vɛrvə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ven Vervoegingen: verfde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geverfd (volt.deelw.) met verf bedekken Voorbeelden: 'Weet je dat hij zijn haar verft?' , 'De vloer heb ik rood geverfd.' Synoniem: schilderen Zie ook: verf Synoniemen: beschilderen bezielen drenken het verven kleu...
1) Lakken 2) Beschilderen 3) Drenken 4) Bewerking van hout 5) Schilderen 6) Bezielen 7) Kleuren 8) Hout behandelen met verf 9) Houtbewerken 10) Textielbewerking 11) Opmaken 
een kleur geven (toon de herkomst via de etymologiebank)
met verf een kleur geven vb: we hebben de deuren groen geverfd
verf aanbrengen: zie de artikelen Keukenkastjes nieuw in de verf of Latex - Muurverf - Schilderen
•met verf bestrijken.
De meeste textielmaterialen kunnen tijdens elke productiefase worden geverfd. Kwaliteitsstoffen uit wol worden vaak in de vezel geverfd.
een kleur geven
met bederfwerende middelen bestrijken. a> hout of ijzer met verf, lak bestrijken. b> zeilen of dekkleden met behulp van een stokdweil met taan of cachou in smeren. Gerelateerde termen: lapzalven, lakken, smeren, tanen enz.
Onder andere een behandeling van het haar met een product met onontwikkelde kleurstoffen met een dekkracht van 80-100 %.
het aanbrengen van een verflaag, ander woord voor schilderen. De professionele schilder spreekt van `schilderen`. De leek gebruikt vaak het woord verven