verzinnen werkw. Uitspraak: [ vər'zɪnə(n) ] Afbreekpatroon: ver·zin·nen Vervoegingen: verzon (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verzonnen (volt.deelw.) door goed te denken vinden in je brein Voorbeelden: 'Ik moet nog een cadeautje verzinnen.' , 'een list verzinnen' Synoniem: bedenken Dat verhaal is compleet verzonnen. (Dat verhaal...
1) Aaneenstoten 2) Bedenken 3) Beramen 4) Bereiden 5) Brouwen 6) Fabuleren 7) Faken 8) Fantaseren 9) Fingeren 10) Liegen 11) Nadenken 12) Prakkiseren 13) Simuleren 14) Smeden 15) Uitbroeden 16) Uitdenken 17) Uitpeinzen 18) Uitvigileren 19) Uitvinden 20) Veinzen 21) Verdichten 22) Vigileren 23) Voorwenden 
iets in je hoofd halen vb: hij verzint altijd prachtige plannen
Iets verzinnen is iets bedenken. Als je te laat thuis komt dan verzin je een goede smoes.
•bedenken van een fictief iets.
bedenken, uitdenken; (Vlaams) zich bedenken
1.uitdenken Voorbeeld: ‘Allemaal waren ze aan 't verzinnen hoe zij dat wijf, waarvoor zij 's nachts zo bang waren, nu 't best gingen plagen’ 2.zich -: a)nadenken Voorbeeld: ‘De pastoor stond tussen die twee als de middelaar en scheen zich te verzinnen hoe hij het aanvangen zou’ b)zich bedenken, van besluit veranderen Voorbeel...