verzwikken werkw. Uitspraak: [ vər'zwɪkə(n) ] Afbreekpatroon: ver·zwik·ken Vervoegingen: verzwikte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verzwikt (volt.deelw.) (een gewricht) per ongeluk verdraaien, waardoor het dik wordt en pijn doet Voorbeeld: 'Toen haar hak afbrak, verzwikte ze haar voet.' Synoniemen: ontwrichten verstuiken zwikke... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verzwikken