Van volrijm spreekt men bij gelijkheid van klank (rijm) aan het einde van de beklemtoonde lettergrepen. Anders dan begin- of halfrijm, die in alle lettergrepen van een woord kunnen voorkomen, komt volrijm alleen voor aan het einde van de woorden. Volrijm trekt door zijn vorm meer de aandacht dan andere vormen van rijm. ... Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Volrijm
Term uit de prosodie voor die vorm van rijm waarbij de gelijkluidendheid tussen rijmvrager en rijmgever betrekking heeft op de desbetreffende beklemtoonde klinker en de eventueel direct daaraan voorafgaande en/of daarop volgende medeklinker(s), zoals in Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0023.php
Term uit de prosodie voor die vorm van rijm waarbij de gelijkluidendheid tussen rijmvrager en rijmgever betrekking heeft op de desbetreffende beklemtoonde klinker en de eventueel direct daaraan voorafgaande en/of daarop volgende medeklinker(s), zoals in: - O zwijg, wie daar luidruchtig sprak, Want gij staat voor een hart dat brak. (M. Nijhoff, ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02969.php