het vriespunt zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'vrispʏnt ] Afbreekpatroon: vries·punt temperatuur van nul graden Celsius, waarbij water bevriest Voorbeeld: 'De temperatuur schommelde de hele dag rond het vriespunt.' 
1) Aggregatietoestand 2) Nul graden Celsius 3) Natuurkundige term 4) Temperatuur van nul graden 5) Tweeëndertig graden Fahrenheit 
[natuurkunde scheikunde en sterrenkunde] Temperatuur waarbij een vloeistof in een vaste stof overgaat; gelijk aan de temperatuur van het smeltpunt. Zie ook fase.
nulpunt Ruimere term: thermische eigenschappen
Het 'vriespunt' van een vloeistof is de temperatuur waarbij de vloeistof stolt, dat wil zeggen waarbij het over gaat in de vaste fase. Indien de vaste stof en de vloeistof met elkaar in evenwicht zijn, zijn vries- en smelttemperatuur aan elkaar gelijk.
•de temperatuur waarbij water bevriest tot ijs.