weerklinken werkw. Uitspraak: [ wer'klɪŋkə(n) ] Afbreekpatroon: weer·klin·ken Vervoegingen: weerklonk (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft weerklonken (volt.deelw.) (van een geluid) luid en ver hoorbaar zijn Voorbeeld: 'De luide muziek weerklonk door de straten.' Synoniem: galmen Synoniemen: echoën galmen hoorbaar zijn klinken nakl... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/weerklinken