Wiebelen definities

Zoek op
Zie ook: wiebel

wiebelen

wiebelen logo #1000wiebelen werkw. Uitspraak: [ ˈwibələ(n) ] Afbreekpatroon: wie·be·len Vervoegingen: wiebelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewiebeld (volt.deelw.) heen en weer bewegen bij het staan of zitten Voorbeelden: 'De vaas wiebelde en viel.' , 'Op je stoel zitten te wiebelen.' Synoniem: wankelen Synoniemen: heen en weer zwaaien schomme...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wiebelen

Wiebelen

Wiebelen logo #10101) Heen en weer bewegen 2) Kwikkelen 3) Lutteren 4) Remelen 5) Schommelen 6) Schudden 7) Slingeren 8) Touteren 9) Tuitelen 10) Wankelen 11) Wantenweven 12) Wiegen 13) Wiemelen 14) Wipperen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Wiebelen/1

Wiebelen

Wiebelen logo #10101) Schommelen 2) Schudden 3) Slingeren 4) Touteren 5) Tuitelen 6) Wankelen 7) Wiegen 8) Wippen 9) Wipperen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Wiebelen/1

wiebelen

wiebelen logo #11306wankelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/wiebelen

wiebelen

wiebelen logo #11331onzeker lopen vb: de zieke Nino liep nog te wiebelen op zijn benen Synoniem: wankelen
onrustig op je stoel heen en weer bewegen vb: zit toch een stil, zit niet zo te wiebelen!
Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=wiebelen

wiebelen

wiebelen logo #11344wankelen
Jaar van herkomst: 1847 (WNT )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.