het zeilschip zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈzɛilsxɪp ] Afbreekpatroon: zeil·schip Verbuigingen: zeilschepen (meerv.) schip dat een of meer zeilen heeft en door de wind kan worden voortbewogen Voorbeelden: 'Er lagen prachtige viermasters en oude zeilschepen in de haven.' , 'Een zeilboot is kleiner dan een zeilschip.' Synoniem: zeilboot Syn...
1) Aak 2) Bark 3) Beurtschip 4) Bm 5) Boeier 6) Bolschip 7) Botter 8) Brigantijn 9) Brik 10) Buis 11) Catamaran 12) Damloper 13) Draak 14) Driemaster 15) Enkhuizerbol 16) Feloek 17) Fluit 18) Flyingdutchman 19) Fregat 20) Gaffelaar 21) Galei 22) Galjas 23) Galjoen 24) Galjoot 25) Hengst 26) Heude 27) Hoogaars 1) Boot 2) Karveel 3) Klipper 4) Kotter 5) Maritiem transportmiddel 6) Nautisch vaartuig 7) Schoener 8) Vaartuig 9) Vaartuig met zeilen 10) Watervervoer met zeilen 11) Windgedreven boot 12) Zeeschip 13) Zeiler 14) Zeewaardig vaartuig 
schip dat door windkracht vaart (toon de herkomst via de etymologiebank)
schip dat door de wind wordt voortbewogen door middel van zeilen
•schip waarmee zeilen
schip dat door windkracht vaart
volgens de reglementen: een schip, dat zich uitsluitend met behulp van de zeilen voortbeweegt (de motor mag wel aan, maar niet in zijn werk staan). Volgens ieder ander: een schip, dat zich met zeilen kan voortbewegen.