de zelfkant zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zelf·kant Verbuigingen: zelfkanten (meerv.) elk van de meestal versterkt geweven zijkanten van een weefsel in de lengterichting van het doek . Synoniemen: grensgebied rand 4 definities...
1) Braam 2) Buitenkant 3) Buitenland 4) Buitenrand 5) Grensgebied 6) Janhagel 7) Neg 8) Negge 9) Randgebied 10) Schorriemorrie 11) Zijkant 1) Braam 2) Buitenkant 3) Buitenrand 4) Deel van een weefsel 5) Egge 6) Grensgebied 7) Neg 8) Negge 9) Rand 10) Zelfeind 11) Zijkant van een weefsel 
buitenkant (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Amsterdams) boven de wet staan (denkt men dan)
buitenkant van weefsel
buitenkant
De lengterichting van een weefsel dat is afgesloten met inslaglussen, vaak te onderscheiden doordat de inslageinden verschillen van de rest van het weefsel, en soms doordat er een wijziging in de binding is.