aantreden werkw.Uitspraak: ['antredə(n)] Verbuigingen: trad aan (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: is aangetreden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen 1) beginnen te werken in een (vaak hogere) functie Voorbeeld: `Het kabinet treedt ...
1) Aanvaarding 2) Begin 3) Bijeenkomen 4) In een bepaalde richting stappen 5) In het gelid staan 6) Opdraven 7) Opstellen 8) Optreden 9) Sneller voortgaan 10) Toetreden 11) Zich melden 12) Zich verzamelen 
• [erga] [militair] in het gelid gaan staan. • [erga] beginnen te werken.
bij elkaar komen en in de houding gaan staan vb: bij het bezoek van de directeur moesten we aantreden