
aanval, vlaag, opwelling. - Voorbeeld: ‘
Het zeerot giert, alsof het monster weer wilde bespringen en inslikken 't geen het in een aanvlaag van storm - woede, eens uitgespogen heeft’ - Voorbeeld: ‘
Maar de opwellingen van het kwaad gebeurden zo onverwacht, dat Jantje er telkens verraads door overvallen werd en tegen die aanvlagen m...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.