de allee zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ɑ'le ] Afbreekpatroon: al·lee Verbuigingen: alleeën (meerv.) weg tussen twee rijen bomen Voorbeeld: 'een herfstige allee' Synoniem: laan Synoniemen: dreef laan 
1) Wandeldreef 2) Brede laan 3) Wandellaan 4) Wandelplaats 5) Wandellaan met aan weerszijde bomen 6) Aanhitsing 7) Uitroep van aansporing 8) Weg 9) Ophitsing 10) Wandelweg 11) Straat met bomen 12) Dreef 13) Lommerrijke weg 14) Aanmoediging 15) Aansporing 16) Laan 17) Vooruit 18) Laan met bomen 19) Laan tussen rijen bomen 
uitroep van aansporing; kom op; vooruit brede weg, vaak met aan weerszijden bomen; laan; boulevard Vaak als deel van een Duitse straatnaam, bijvoorbeeld de Karl Marx Allee of de Schönhauser Allee .
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Allee, Laan``] een aan beide zijden met boomen beplanten weg van geringe lengte, in een park als anderszins
laan - Jaar van herkomst: 1513 (WNT )
Zie laan.
laan (toon de herkomst via de etymologiebank)
Wordt gebruikt voor paden omzoomd met in formatie geplante bomen, gesnoeide heggen of struiken; meestal in geometrisch aangelegde tuinen of parken
•kreet ter aansporing. •laan