averecht bijv.naamw. Uitspraak: [ 'avərɛxt ] Afbreekpatroon: ave·recht averecht breien (breien met de draad aan de voorkant van het breiwerk, waarbij je de rechternaald van achter naar voren door de lus op de linkernaald haalt) 'Als je één naald recht breit en dan één naald averecht, krijgt je de zogenaamde tricotsteek.' Antoniem: r... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/averecht